ca 689 - 16 november 759 Rijneiland. (Stein).
Werd priester en was zielzorger onder St. Florinus van Remus en werd in 719 abt van de kloosterlingen die waren neergestreken bij de kluis van St. Gallatius. Op bevel van Pippijn III de Korte werd de strenge regel van St. Columbanus verlaten en vervangen door de regels van St. Benedictus. Het bloeide op als een echt klooster en werd het belangrijkste inhet huidige Zwitserland. Ook verrees hier het eerste leprozencentrum van dit land. Audamarus werd door zijn vijanden, jaloers vanwege de vele schenkingen die het klooster kreeg, valselijk belasterd en veroordeeld en stierf in gevangenschap aan de westzijde van de Bodensee. In 769 werden zijn relieken overgebracht naar Sankt Gallen en in 867 overgebracht naar de Sankt Otmar alhier.

Patr. van bisdom Sankt Gallen; van belasterden, kinderen, zieken, zwangere vrouwen; van kinderziekten.
Attr. als abt, naast hem een druiventros, een wijnbeker of wijnvaatje in de hand (vanaf 15e eeuw; legende; hoeveel zieken en pelgrims hij ook laafde, de beker raakte nooit leeg).
Icon. als abt soms met mijter, naast hem een druiventros. Vaak samen met St. Gallatius afgebeeld. Scènes: overbrenging van relieken, wijnwonder.