H. Otto van Bamberg (gedachtenis)
Feest van 2 Juli
ca 1060 Zuid-Duitsland - 30 juni 1139 Bamberg.
Was van hoge adel, had vanaf 1090 in opdracht van keizer Hendrik IV als hofkapelaan de leiding over de bouw van de dom van Speyer en was in 1102 tot 1136 bisschop van Bamberg. Benoemde in 1114 St. Erminoldus tot eerste abt van het in 1109 door hemzelf gestichte benedictijnenklooster Prüfening bij Regensburg en probeerde Hendrik IV te verzoenen met paus Gregorius VII tijdens de investituurstrijd. In en rond zijn bisdom stichtte hij meer dan 20 kerken en kloosters. Zijn grote verdienste verwierf hij als organisator van de kerk in Pommern, hiertoe in 1124 uitgenodigd door hertog Boleslaw III; hij wordt vereerd als apostel van deze streek waar hij meer dan 20.000 mensen doopte. Vanaf 1128 bestuurde hij naast Bamberg ook het bisdom Pommern. Werd bijgezet in de door hemzelf gebouwde kloosterkerk van Michelsberg en in 1189 heiligverklaard.
Patr. van bisdom Berlijn en aartsbisdom Bamberg; tegen hondsdolheid en koorts.
Attr. in bisschoppelijk ornaat met staf en boek; predikend; een leeuw aan zijn voeten; met pijlen (voor herbouw van de kerk gaf hij een bos ijzeren pijlen weg die hij had moeten gebruiken tegen zijn strijd tegen zijn vijanden); met het model van een kerk; met spijkers (de bouw van de kloosterkerk Michelsberg).
Icon. Als bisschop met boek, mijter, staf en pallium. als attribuut heeft hij een kerkmodel. Een scene laat hem zien terwijl hij in de missie preekt.