H. Irene (gedachtenis)

Feest van 3 April

H. Irene (gedachtenis)

H. Irene van Thessaloniki, samen met Agape, Agatho, Casia, Chiona, Euthychia, Philippa.
De zusters Irene, Agape (Liefde) en Chiona (Sneeuwwit) waren maagden die samen met meerdere gezellen levend werden verbrand. Zij stonden terecht voor gouverneur Dulcitius van Macedonie omdat ze weigerden offervlees te eten voor de staatsgoden en in het bezit waren van heilige boeken, die met hen werden verbrand. Irene was buiten weten van haar familie christin geworden en wierp de afgodsbeelden van de vertrekken waarin ze was opgesloten naar buiten. Zij werd 2 dagen later op 5 april, met een pijl doorboord, haar tong uitgerukt en haar tanden werden eruit geslagen. Ook zij stierf de vuurdood na naar een bordeel te zijn gesleept. Euthychia was hoogzwanger en werd gevangen gehouden totdat het kind geboren was. Het lijkt erop dat de zaak van de anderen geseponeerd werd, want van hen wordt niets meer vernomen. 

Patr. tegen bliksem en brandgevaar

Attr. met pannen in de hand, Irene ook met een pijl; met kapotgegooide afgodsbeelden.