H. Rosa van Viterbo (gedachtenis)

Feest van 4 September

ca 1233 Viterbo - 6 maart 1252 Viterbo. Ook Rosalia genoemd.
Bleef maagd, werd in 1250 derde orde franciscanes en spoorde haar medeburgers aan tot religieuze en zedelijke vernieuwing en werd door keizer Frederik II verbannen. Ze wilde bij haar terugkeer na diens dood claris wroden, maar werd bij herhaling afgewezen. Op 4 september 1258 werd haar naar verluidt ongeschonden stoffelijk overschot overgebracht naar het clarissenklooster Santa Maria in Podio in Viterbo. Hier viert men het kerkelijk feest op 6 maart en het folkloristisch feest op 4 september. Haar proces van heiligverklaring begonnen in 1252, is nog niet afgesloten. Ze is desondanks wel opgenomen in de officiele heiligenkalender.

Patr. van katholieke meisjes in Italie.

Attr. in de dracht van haar orde met een krans van rozen op het hoofd, in handen of in haar schort; met een korfje brood (die werden door een wonder in rozen veranderd, net zoals bij St. Elisabeth van Hongarije); broden (in de plooien van haar mantel zichtbaar).

Icon. Gewoonlijk in de dracht van de derde orde van St. Franciscus, met een krans van rozen om haar hoofd en een kruisbeeld, rozentak of boek in de hand. Op de vroegste afbeelding, een pentekening uit de 13e eeuw, zien we haar als jong meisje dat haar ogen neerslaat. Ze draagt een sluier over haar hoofd en houdt een palmtak in de hand. Op een gravure staat ze op ketterse boeken naast een figuur die de dwaalleer verzinnebeeldt. Twee engelen houden een krans van rozen boven haar hoofd. (Museo Francescano, Rome).