Heilige Lucia, maagd en martelares
(gedachtenis)

Lucia stierf de marteldood te Syracuse, waarschijnlijk tijdens de vervolging onder Diocletianus. Haar verering verbreidde zich sedert de oudheid over nagenoeg de gehele Kerk en haar naam werd in de Romeinse canon opgenomen. (286 - 303 in Syracuse, ook Oosters-orthodox)

Attr: met een dolk door haar hals, twee ogen op een schaal, een kroon of drie kronen (geboorte, maagdelijkheid en martelaarschap), rund, ossen, brandstapel, ketel boven het vuur, met lamp, touwen, palmtak en zwaard; met een dubbelkruis.

Icon. Lucia toont haar bekendste attribuut, haar ogen op diverse manieren: gelegen op een schaal, op haar open hand of op de bodem van een kelk, geprikt op de punt van een dolk of aan een spies geregen. Soms zitten ze als bloemen aan een takje. De schaal wordt ook wel door een engel gedragen. Scènes: overreedt haar zieke moeder naar het graf van St. Agatha te gaan, verschijning van Agatha, krijgt erfenis van haar moeder en verdeelt deze onder armen, wordt vanwege haar geloof aangeklaagd door rechter Paschasius, de aanwezigen kunnnen het bevel van de rechter om haar naar het bordeel te dragen niet uitvoeren omdat zij loodzwaar wordt. Zij weerstaat zelfs de poging van twee runderen die haar daarnaar toe willen slepen, borsten worden afgesneden, vlammen van de brandstapel deren haar niet, beul steekt zwaard door haar keel, laatste communie, begrafenis.