H. Marcus

evangelist (Feest)

Feest van 25 April

Heilige Marcus, evangelist
(Feest)

Marcus was een neef van Barnabas en een leerling van Petrus, wiens prediking haar weerslag heeft gevonden in het Evangelie van Marcus. Hij begeleidde Paulus op zijn eerste missiereis en volgde hem ook naar Rome. Aan Marcus wordt de stichting van de Kerk van Alexandrië toegeschreven.

Jeruzalem - ca 75 Alexandrië. Ook oosters-orthodox.
Hij heette Johannes en had de bijnaam Marcus (Hand. 12:12), wordt soms alleen Johannes genoemd (Hand.13:5), soms alleen Marcus (Hand. 15:39). Zijn moeder bezat in Jeruzalem een huis waar de christelijke gemeenschap samenkwam (Hand. 12:12). Hij hielp Paulus en Barnabas tijdens hun eerste zendingsreis, maar halverwege keerde hij terug naar Jeruzalem. Daarom nam Paulus hem niet mee op zijn tweede reis (Hand.15:38). Paulus vertrok met Silas naar Klein-Azië (en later naar Europa), terwijl Marcus en Barnabas naar Cyprus vertrokken. Toch is de onenigheid later bijgelegd, want in Rome is Marcus een medewerker van Paulus. Ook voor Petrus was hij een waardevol medewerker. Hij schreef het tweede evangelie (oudste van de vier, in het Grieks) tussen 60 en 64. Ter voorbereiding op het jubeljaar 2000 heeft de kerk elk gezin in Rome een exemplaar hiervan aangeboden, mede ter (her)kerstening van deze stad. Volgens een latere overlevering was hij bisschop van Alexandrië en prediker in Egypte, stichtte hij de kerk van Alexandrië en de Kopten en wordt dan ook door de Koptische kerk vereerd. In 61 bezocht hij Alexandrië en bekeerde de schoenmaker St. Anianus met zijn gezin. Hier stierf hij ook de marteldood. Op dit moment barstte een onweer los dat de heidenen uiteendreef en de christenen in staat stelde zijn lichaam mee te nemen. Volgens nog latere legenden werden zijn relieken in ca 829 door Venetiaanse kooplieden van Alexandrië overgebracht (in werkelijkheid gestolen en meegenomen) naar Venetië, waar een prachtige kathedraal voor hem werd gebouwd. Ook Aquileia en Reichenau claimen zijn relieken te bezitten. Behoort evenals Lucas tot de 72 leerlingen.

Patr. van Albanië, van Alexandrië, Arlon, Bar, Bergamo, Dalmatië, Kerkyra (=Corfu), Korcula, Kotor, Kreta, Peloponnesus, Reichenau (Bodensee), St. Marc (Namur), Treviso, Valencia, Venetië, eiland Zakynthos, van bouwvakkers, glassschilders, glazenmakers, korfmakers (relieken werden in een korf overgebracht), lataarnmakers, leerlooiers, mattenmakers, metselaars (een metselaar die bij de bouw van de San Marco in Venetië van de steigers viel, riep zijn naam en bleef ongedeerd), notarissen, opticiens, schoenmakers, schrijvers, secretaressen, secretarissen en van alle beroepen die het gevaar lopen zich te snijden; aangeroepen door gevangenen en tegen krabben, schurft, kwellingen, plagen; tegen een plotselinge of onboetvaardige dood; tegen bliksem, hagel en onweer, voor een goede oogst en mooi weer; het zoete brood dat op zijn feestdag wordt gegeten, heette "Marci panis" (marsepein).

Attr. aan een tafel of lessenaar (schrijft het evangelie); kaal hoofd, ringbaardje; boven zijn hoofd zweeft een gevleugelde leeuw (deze komt aan het begin van zijn evangelie voor; uitdrukking van strijdbaarheid); schriftrol of boek; met op bazuinen blazende engelen; zijn zijn voeten of nek door de straten van Alexandrië getrokken.

Icon. afgebeeld als een kalende man, groot van gestalte. Aanvankelijk heeft hij een lange baard maar gaandeweg wordt deze kort en rond. Van de vier evangelisten, met wie hij vaak samen wordt afgebeeld, is hij de jongste. Tot aan de Middeleeuwen gekleed in een tunica, daarna vaak als aartsbisschop van Antiochië voorgesteld. Vanaf de 15e eeuw ook met tulband afgebeeld. De bekendste afbeeldingen tonen Marcus zittend of staand zijn evangelie schrijvend of erover nadenkend. Hierbij wordt hij geïnspireerd door de leeuw, zijn gebruikelijk attribuut, of de hand Gods. St. Petrus' goedkeuring van het Evangelie is ook onderwerp van afbeeldingen. Scènes: prekend in Alexandrië, geneest de hand van de schoenmaker Anianus die zijn hand met een els verwondde, doopt Anianus en wijdt hem tot bisschop, Christus bezoekt hem in de gevangenis, wordt door de heidenen zo lang met een koord om de nek door de straten van Alexandrië gesleept totdat hij dood is. Een storm en een hagelbui die de kop opsteken, verjagen zijn beulen en maken het de christenen mogelijk om zijn lichaam te bergen. Ontdekking en overbrenging van het lichaam door de Venetianen. Postume wonderen: visser vindt ring van Marcus en overhandigt deze aan de doge van Venetië, bevrijdt een slaaf die op het punt staat geëxecuteerd te worden. De meester van deze slaaf had hem verboden de door hem geplande pelgrimage naar het graf naar Marcus in Venetië te maken. Toen hij het verbod in de wind sloeg, werd hij veroordeeld; redt een Saraceen van een schip dat dreigt te vergaan.