Z. Martelaren van China (gedachtenis)
Feest van 9 Juli
+ 9 juli 1900 Tai-Yuan-Fou, (prov. Shanxi), China.
Ook Franciscaanse martelaren van China genoemd; de vrouwen ook Martelaressen van de Bokseropstand. Deze richtte zich vooral tegen buitenlanders en men ontzag ook de missieposten niet. De opstand ontleent zijn naam aan het geheime 'Genootschap der Eendrachtige Vuisten' waarvan de leden tijdens hun oefeningen en rituelen bewegingen maakten die de Engelse waarnemers het meest aan boksbewegingen deden denken. De boksers waren zeer bijgelovig en wraakzuchtig. Ze schreven alle natuurrampen van hun dagen, zoals extreme droogteperiodes en overstromingen toe aan de 'vreemde duivels', waarmee zij de blanke westerlingen bedoelden. Hun uivindingen en nieuwigheden (telegraafpalen en spoorwegen) zouden de traditionele natuurgeesten vertoornd hebben. Bovendien waren al die westerse vernieuwingen een ramp voor de Chinese economie. Reden temeer voor de Boksers om zich tegen de brengers ervan te keren. Bij hun streven ondervonden zij de machtige steun van de keizerin-weduwe Tzeuhi. Van de ca. 100.000 christenen die stierven tijdens de vervolgingen van de Bokseropstand werd een groep van 29 voor zaligverklaard geselecteerd. De meesten van hen waren franciscanen (3e orde) of franciscanes. De nonnen waren franciscanessen-missionarissen van Maria te Antwerpen, inlanders waren seminaristen of personeel van het bisschoppelijk paleis. Zij zijn zaligverklaard in 1946.