HH. Faustinus en Jovita van Brescia
(gedachtenis)

+ tussen 117 en 138 Brescia samen met Jovita.
Faustinus was volgens een legendarische Vita uit ca 800 priester en zijn broer Jovita diaken. Ze stierven de marteldood door onthoofding onder keizer Hadrianus. Hun verering was oud en wijdverbreid, maar de details van hun martelaarschap zijn twijfelachtig. Volgens de legende werden ze eerst naar de zonntempel gebracht, maar het beeld begon te zweten en de priesters die het schoonmaakten vielen dood neer. Hierna weigerde 4 leeuwen hen te verslinden. Beren en panters verslonden vervolgens niet hen, maar de opperbeul Italicus. Diens vrouw bekeerde zich nog voordat beiden in Brescia onthoofd werden. Paus Gregorius I de Grote vermeldde al dat in Brescia aan beiden een kerk was gewijd.

Patr. van Brescia

Attr. als priester en diaken die 's nachts de communie uitreiken, hostie.

Icon. voornamelijk in Lombardije, in Brescia in het bijzonder. Altijd samen met Jovita als ridder en als priester uitgebeeld, zowel in scenes van voor als na de bekering. Afgebeeld  als martelaren en beschermers van Brescia. Scenes bekering en wijding van de heiligen, verdediging van Brescia, weigering bij het beeld van de zonnegod te offeren, onthoofding, verheerlijking. Ze verschijnen ook wel in de iconografie van St. Afra van Brescia. (doop, communie en onthoofding).