H. Pachomius de Oudere (gedachtenis)

Feest van 14 Mei

ca 290 Esneh - 14 mei 346 Tabennisi (Opper-Egypte).
Leerling van St. Palamoun en kluizenaar van Thebais en de eerste asceet die als coenobiet samenleefde met anderen ipv als anachoreet of kluizenaar. Hij deelt met St. Antonius de Grote de eer het kluizenaarsleven te hebben geinstitutionaliseerd. Pachomius heeft er de regel van op schrift gesteld en wordt daarom de vader van het kloosterleven genoemd. In 320 bouwde hij zijn eerste klooster ten noorden van Thebe aan de Nijl bij Keneh en werd hier abt. Na zijn vertrek naar het buurklooster Pabau nam zijn leerling St. Theodorus van Tabennisi de leiding over. Hij is ook de stichter van het beroemde Deir Al Mouharrak (heilig Mariaklooster) aan de Nijl. Hij stichtte in totaal 9 of 10 mannen- en 2 vrouwenkloosters en stond uiteindelijk aan het hoofd van 9000 monniken en nonnen. Pachomius wordt ook vereered door de Koptische kerk. Onder de stichter van de coenobieten was het klooster nog minder streng dan later, bv. onder St. Shenute van Atripe.

Attr. met een dierenvel zonder mouwen of een korte rok; met een dierenhuid over zijn schouders; een wetstafel in ontvangst nemend van een engel (kloosterregels); met de duivel die hem verleidt in de gedaante van een mooie vrouw.

Icon. als een oude man met baard. Indien hij alleen is afgebeeld zien we hem in monnikskleding. De verschijning van een engel die hem de kloosterregel geeft, wordt veelvuldig in het oosten afgebeeld. Hij is dan veelvuldig gehuld in een geitenharen tunica. In het westen is deze scene zeldzaamheid. In het middeleeuwen is het Christus die de regel overdraagt. In de barok verschijnt hij steeds in gravurereeksen over kluizenaars. Hij wijst monniken aan of bidt, samen met zijn leraar Palamoun, voor de grot. Als eerste coenobiet komt hij ook voor in reeksen over ordestichters.