
H. Cecilia van Rome
maagd en martelares (gedachtenis)
SAINTS_CELEBRATE

Heilige Caecilia, maagd en martelares
(gedachtenis)
De wereldwijde verbreiding van de verering van de heilige Cecilia, wier naam verbonden is aan een Romeinse basiliek van de 5e eeuw, is te danken aan de legende van haar martelaarschap: daarin wordt zij verheerlijkt als het volmaakte voorbeeld van de christelijke vrouw, die uit liefde tot Christus maagd blijft en als martelares sterft.
+ 2e of 3e eeuw. Ook oosters-orthodox.
Tegen haar zin uitgehuwelijkt aan de heiden Valerianus, huiverde zij van de muziek gespeeld op haar bruiloft. Bekeerde hem en besloot een maagdelijk leven te leiden. Enkele dagen na het overlijden van haar man en zijn broer Tiburtius van Rome werd zij in haar badkamer onthoofd. Boven haar graf werd een kerk gebouwd. Paus Paschalis II kreeg een visioen waar het gebeente van Caecilia zich bevond. De relieken van Caecilia, Tiburtius en Valerianus rusten in de basiliek Santa Cecilia in Trastevere (Rome). Haar invloed en populariteit als patrones van de muziek is geheel omgekeerd evenredig aan de historische authenticiteit van haar legende. Op de plaats in Rome waar zij de marteldood stierf, vermoedelijk in de buurt van haar huis, verrees in de 5e eeuw een naar haar genoemde kerk, die in de 9e eeuw werd vernieuwd. In 1599 werden er in het kader van een restuaratie opgravingen gedaan. Men vond het lijk van een jonge vrouw, nog volkomen intact, liggend op haar rechterzij, gehuld in een lang gewaad met goudbrokaat. De hals vertoonde een diepe wonde, de kleding bloedsporen. De beeldhouwer Maderno heeft haar precies zo in marmer uitgehouwen. Beroemd is het verhaal over haar vingers; de ene hand laat drie, de andere één uitgestrekte vinger zien. Dat zou het symbool zijn voor haar geloof in de Drie-eenheid.
Patr. van Albi, Blois, Neckarsteinach, St Cécile en Verden; van dichters, fanfares, instrumentbouwers, koorknapen, muziekbeoefenaars, muziekhandelaren, muzikanten, organisten, orgelbouwers, vioolbouwers, zangers; van kerkkoren en muziek.
Attr. in voorname kledij; palmtak; zwaard (martelares); boek; kroon van rozen en lelies; met orgel (legende: terwijl het orgel klonk, zong Caecilia in haar hart voor haar enige Heer); met muziekinstrumenten; clavecimbel; harp; luit; viool; cello; valk (adellijke afkomst); met engelen die haar begeleiden; rozen; met haar verloofde en een engel; met stoomketel; met drie resp. één uitgestrekte vinger; met zwaard en een wond aan de nek of de hals op de grond liggend; zingend of luitsterend naar het gezang van de engelen.
Icon. oorspronkelijk had zij, zoals het merendeel van de martelaren, geen attribuut. In de catacomben van Calixtus zien we haar als orante. Pas vanaf de 15e eeuw, als zij abusievelijk patrones van de muziek wordt krijgt zij een attribuut; een muziekinstrument, over het algemeen een handorgel. Ook wordt ze afgebeeld met andere instrumenten die door een engel aan haar voeten bespeeld worden. Ook luistert ze naar hemelse muziek. Met andere martelaren ziet men haar op een mozaïek.
Scènes: bekering en doop van Valerianus, maagdelijk huwelijk. Engel geeft hun een kroon van rozen en lelies, martelaarschap: in kokende olie gegooid, kroning.
