H. Leo de Grote

paus en kerkleraar (gedachtenis)

Feest van 10 November

Heilge Leo de Grote, paus en kerkleraar
(gedachtenis)

Leo, afkomstig uit Toscane, geboren ca 390, werd op 29 september 440 verheven tot de zetel van Petrus. Als een goede herder en vader waakte hij over het geloof van de christenen en over de eenheid van de Kerk, en beschermde hij de zijnen tegen invallen van de barbaren. Met recht wordt hij geëerd met de titel ‘de Grote’. Hij stierf in 461 in Rome.

Deze grote dogmaticus leerde dat St. Petrus voortleeft in de bisschop van Rome en stelde zo de autoriteit van het gezag van de paus veilig in het oosten en hetwesten. Bestreed de pelagianisten, manicheeërs, priscillianisten, eutychianisten en nestorianen. Schreef aan St. Flavianus van Constantinopel om hem te ondersteunen tegen de aartsmandriet Eutyches zijn brief 'Epistula dogmatica' of 'Tomus ad Flavianum', waarin hij de tweenaturenleer van Christus uiteenzet. Bovendien werden vanaf paus Leo basilieken niet meer gefinancierd door de keizer, maar door de kerk. Tijdens zijn 'roverssynode' van Efese (449) legde Dioscorus van Alexandrië hem het zwijgen op inzake de dogmatische kwestie van Jezus' natuur. Tijdens zijn pontificaat werden de 4 jaarlijkse quatertemperdagen ingesteld. Zijn beroemdste daad, zijn ontmoeting met Attila, toont echter aan dat hij behalve kerkelijke ook wereldlijk macht had. Hij trok de Hunnen tgemoet (Mantua, 452) en wist door de kracht van het geestelijk wapen te bereiken dat Rome plundering bespaard bleef. Attila brak zijn veldtocht af en sloot vrede met het Romeinse Rijk. De vandaal Geiserik kon hij echter in 455 niet stoppen van plundering, wel van brandstichting. Liet liturgische preken en brieven na. Hij werd in 1754 tot kerkleraar uitgeroepen.

Patr. van musici, organisten en zangers.
Attr. tiara en gouden mantel (paus); in ontmoeting met Attila; Hunnensoldaten die terugdeinzen, geknield voor het graf van St. Petrus.
Icon. de oudste afbeeldingen, fresco's in de Santa Maria Antiqua te Rome (7e en 8e eeuw), tonen hem in tunica met pallium en schriftrol of codex. Hij is een van de weinige pausen die ook in het oosten afgebeeld worden, en wel als een oude bisschop met een lange baard. Zo ook in het Byzantijnse invloedsgebied in Italië. Latere voorstellingen in het westen tonen hem in pauselijk ornaat met tiara. Scènes: knielend voor altaar met engel, treedt Attila tegemoet en toont hem de vorsten die Rome beschermen, Eudoxia brengt Leo de kettingen van St. Petrus, Madonna geneest zijn hand die hij afgeslagen had om onkuisheid te weerstaan.