H. Theobaldus van Provins (gedachtenis)

Feest van 1 Juli

1017  Provins - 30 juni 1066 Salanigo (Vicenza). Samen met Walter.
Ook Theobaldus van Thann genoemd. Neef van aartsbisschop St. Theobaldus van Vienne en afkomstig van een adellijke familie uit de Champagne. Na een pelgrimstocht naar St. Remi in Reims werd hij kluizenaar in Pettingen (Luxembourg) samen met zijn vriend Walter en na pelgrimstochten naar Santiago de Compostela en naar Rome in Salanigo. Hij verzamelde kluizenaars rondom zijn cel en werd camaldulenzer kluizenaar en monnik. Zijn relieken werden eerst bijgezet in Vicenza, later in de abdij Vagandizza. Ook zijn broer Arnulf, abt van St. Colombe in Sens, kreeg relieken. In 1793 kwamen relieken uit de kathedraal van Sens naar Vicenza. Deels zijn zij ook in de aan hem gewijde kerk in St. Thibault (bij Montbard. Wordt vereerd in Luxemburg, België, Oostenrijk, Italie, Frankrijk en is hier soms lokaal een noodhelper. In Thann (ten westen van Mulhouse) is de naar hem genoemde gotische collegiale kerk St. Thiebaut een bedevaartsoord nadat enkele vingers hierheen werden overgebracht. Ook hier wordt hij als noodhelper vereerd. Heiligverklaard in 1073.

Patr. van Provins, Thann, van kolenbranders (hij gebruikte houtskool voor warmte in zijn cel), leerlooiers, riemenmakers van Parijs, schoenmakers, wijnbouwers, aangeroepen tegen angstgevoelens, jicht, koorts, onvruchtbaarheid bij vrouwen, oogziekten.

Attr. als kluizenaar of ruiter; rijlaarzen met sporen; in een boskapell biddend; met boek; zegenend gebaar; pelgrimsstaf; veldfles; duivel (vertrapt onder de voeten); met gereedschap voor de akker; met een valk (adellijke afkomst).

Icon. geregeld verwisseld met zijn oom Theobaldus van Vienne en met abt Theobaldus van Marly. Wordt voorgesteld als een edelman of jager met een valk, als ridder, pelgrim, priester, kluizenaaren en als handwerker met alle bijbehorende attributen. Scenes; Theobaldus van Vienne voorspelt de begenadigde geboorte van het kind, geboorte, de jongeman met valk op de arm maakt plannen met Walter, hij knielt voor de kluizenaar Buchard die hem zijn roeping tot het kluizenaarsleven openbaart, samen met Walter rijdt hij naar de abdij St. Remi, nadat ze Reims heimelijk hebben verlaten, ruilen ze hun gewaden in voor pelgrimskleding, werken als lastdragers op een bouwplaats, zetten hun reis naar Santiago de Compostela voort, buigen voor zittende gestalte (waarschijnlijk St. Jacobus Maior), verjaagt de duivel die hem zijn zijn been heeft gepakt door het maken van een kruisteken, dood, voor het vertrek staan soldaten (enerzijds geduid als treurenden, anderzijds als boosdoeners die het lijk willen stelen).