18 Juli
Friday of the 15th week in Ordinary Time
- H. Symphorosa en haar zeven zonen (gedachtenis)
- H. Fredericus van Utrecht (gedachtenis)
Heiligen van de dag
Het Evangelie van de dag
Uit het boek Exodus 11,10.12,1-14.
In die dagen verrichten Mozes en Aäron vele wonderen voor farao, maar de Heer
had ervoor gezorgd dat de farao hardnekkig bleef weigeren de Israëlieten uit zijn land weg te laten gaan.
De Heer zei tegen Mozes en Aäron, in Egypte:
“Deze maand moet gij beschouwen als de beginmaand, als de eerste maand van het jaar.
Maak aan heel de gemeenschap van Israël het volgende bekend: op de tiende van deze maand
moet ieder gezin een lam uitkiezen, ieder huis een lam.
Als een gezin te klein is voor een lam, dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen,
samen doen met hun naaste buurman. Bij het verdelen van het lam moet er rekening gehouden worden met ieders eetlust.
Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en eenjarig.
Ge kunt er een schaap of een geit voor nemen.
Ge moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand.
Dan moet heel de verzamelde gemeenschap van Israël ze slachten in de avondschemering.
Vervolgens moet gij wat bloed nemen en dat uitstrijken over de beide deurposten
en over de bovenbalk van de deur van alle huizen waar het lam gegeten wordt.
In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden.
Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bittere kruiden.
Het dier mag niet halfgaar of gekookt worden gegeten, maar uitsluitend geroosterd,
en in zijn geheel: met kop, poten en ingewanden.
Zorg dat er de volgende morgen niets meer van over is.
Mocht er toch iets overblijven, dan moet je dat verbranden.
En dit is de wijze waarop gij het lam moet eten: uw lendenen om gord, uw voeten geschoeid
en uw stok in de hand. Haastig moet ge het eten, want het is Pasen voor de Heer.
Deze nacht zal Ik door Egypte gaan en alle eerstgeborenen van Egypte, zowel mensen als dieren,
zal Ik slaan. Aan alle goden van Egypte zal Ik het vonnis voltrekken.
Maar het bloed aan de huizen zal een teken zijn dat gij daar woont.
Als Ik het bloed aan uw huizen zie, zal Ik u voorbijgaan.
Geen vernietigende plaag zal u treffen als Ik Egypte sla.
Deze dag moet gij tot een gedenkdag maken, ge moet hem vieren als een feest
ter ere van de Heer. Van geslacht tot geslacht moet ge hem als een eeuwige instelling vieren.”
had ervoor gezorgd dat de farao hardnekkig bleef weigeren de Israëlieten uit zijn land weg te laten gaan.
De Heer zei tegen Mozes en Aäron, in Egypte:
“Deze maand moet gij beschouwen als de beginmaand, als de eerste maand van het jaar.
Maak aan heel de gemeenschap van Israël het volgende bekend: op de tiende van deze maand
moet ieder gezin een lam uitkiezen, ieder huis een lam.
Als een gezin te klein is voor een lam, dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen,
samen doen met hun naaste buurman. Bij het verdelen van het lam moet er rekening gehouden worden met ieders eetlust.
Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en eenjarig.
Ge kunt er een schaap of een geit voor nemen.
Ge moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand.
Dan moet heel de verzamelde gemeenschap van Israël ze slachten in de avondschemering.
Vervolgens moet gij wat bloed nemen en dat uitstrijken over de beide deurposten
en over de bovenbalk van de deur van alle huizen waar het lam gegeten wordt.
In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden.
Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bittere kruiden.
Het dier mag niet halfgaar of gekookt worden gegeten, maar uitsluitend geroosterd,
en in zijn geheel: met kop, poten en ingewanden.
Zorg dat er de volgende morgen niets meer van over is.
Mocht er toch iets overblijven, dan moet je dat verbranden.
En dit is de wijze waarop gij het lam moet eten: uw lendenen om gord, uw voeten geschoeid
en uw stok in de hand. Haastig moet ge het eten, want het is Pasen voor de Heer.
Deze nacht zal Ik door Egypte gaan en alle eerstgeborenen van Egypte, zowel mensen als dieren,
zal Ik slaan. Aan alle goden van Egypte zal Ik het vonnis voltrekken.
Maar het bloed aan de huizen zal een teken zijn dat gij daar woont.
Als Ik het bloed aan uw huizen zie, zal Ik u voorbijgaan.
Geen vernietigende plaag zal u treffen als Ik Egypte sla.
Deze dag moet gij tot een gedenkdag maken, ge moet hem vieren als een feest
ter ere van de Heer. Van geslacht tot geslacht moet ge hem als een eeuwige instelling vieren.”
Psalmen 116(115),12-13.15-16bc.17-18.
Hoe kan ik mijn dank betuigen
voor al wat de Heer mij gaf
Ik hef de offerbeker,
de Naam van de Heer roep ik aan.
Want kostbaar is in de ogen des Heren
het leven van wie Hem vereert.
O Heer, ik ben uw dienaar
Gij hebt mijn boeien geslaakt.
Met offers zal ik U loven
de Naam van de Heer roep ik aan.
Ik zal mijn geloften volbrengen
waar heel zijn volk het ziet
voor al wat de Heer mij gaf
Ik hef de offerbeker,
de Naam van de Heer roep ik aan.
Want kostbaar is in de ogen des Heren
het leven van wie Hem vereert.
O Heer, ik ben uw dienaar
Gij hebt mijn boeien geslaakt.
Met offers zal ik U loven
de Naam van de Heer roep ik aan.
Ik zal mijn geloften volbrengen
waar heel zijn volk het ziet
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 12,1-8.
Eens ging Jezus op een sabbat door de korenvelden; zijn leerlingen nu kregen honger en begonnen aren te plukken en te eten.
De Farizeeën zagen dat en zeiden toe Hem: 'Uw leerlingen doen daar iets wat op sabbat niet geoorloofd is.'
Hij gaf hun ten antwoord ten antwoord: 'Hebt gij niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger kregen?
Hoe hij het huis van God binnenging en de toonbroden opat die noch hij, noch zijn metgezellen, maar alleen de priesters mochten eten?
Of hebt gij niet in de Wet gelezen, dat de priesters elke sabbat in de tempel de sabbat schenden en toch niet schuldig zijn?
Ik echter zeg u: Hier is meer dan de tempel.
Indien het maar tot u doorgedrongen was wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers, dan zoudt gij deze onschuldigen niet veroordeeld hebben.
Want de Mensenzoon is Heer van de sabbat.'
De Farizeeën zagen dat en zeiden toe Hem: 'Uw leerlingen doen daar iets wat op sabbat niet geoorloofd is.'
Hij gaf hun ten antwoord ten antwoord: 'Hebt gij niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger kregen?
Hoe hij het huis van God binnenging en de toonbroden opat die noch hij, noch zijn metgezellen, maar alleen de priesters mochten eten?
Of hebt gij niet in de Wet gelezen, dat de priesters elke sabbat in de tempel de sabbat schenden en toch niet schuldig zijn?
Ik echter zeg u: Hier is meer dan de tempel.
Indien het maar tot u doorgedrongen was wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers, dan zoudt gij deze onschuldigen niet veroordeeld hebben.
Want de Mensenzoon is Heer van de sabbat.'
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen