Uit het boek Rechters 2,11-19.
in de ogen van de Heer: ze gingen de Baäls dienen.
Ze keerden de Heer de rug toe, de God van hun voorouders, die hen uit Egypte had geleid,
en begonnen achter andere goden aan te lopen die werden vereerd door de volken
waartussen ze woonden. Door voor die vreemde goden te buigen krenkten ze de Heer.
Ze keerden Hem de rug toe om Baäl en de Astartes te dienen.
Toen ontstak de Heer in woede tegen de Israëlieten. Hij leverde hen uit aan roversbenden
en aan de hen omringende vijanden, zodat ze daartegen geen stand meer hielden.
Telkens als ze iets tegen hun vijanden ondernamen,
werkte de Heer hen tegen, zoals Hij hun gezegd en gezworen had.
Steeds weer kregen de Israëlieten het zwaar te verduren.
Dan liet de Heer een rechter optreden om het volk te leiden
en het te bevrijden van de roversbenden.
Maar ook naar hun rechters luisterden ze niet; ze gaven zich af met andere goden
en bogen zich voor hen neer. Binnen de kortste keren dwaalden ze weer af
van de weg die hun voorouders waren gegaan:
die hadden de geboden van de Heer gehoorzaamd, maar zij niet.
Steeds wanneer de Heer een rechter liet optreden, stond hij die bij.
Want wanneer het volk zuchtte onder het juk van onderdrukkers,
kreeg de Heer medelijden en verloste Hij hen van hun vijanden zolang die rechter leefde.
Maar wanneer de rechter dan stierf, verviel het volk van kwaad tot erger.
Meer nog dan hun voorouders liepen ze achter andere goden aan
om die te dienen en bogen ze zich voor hen neer.
Ze weigerden hardnekkig hun kwalijke praktijken op te geven.
Psalmen 106(105),34-35.36-37.39-40.43ab.44.
die de Heer hun had aangewezen,
vermengden zich zelfs met heidenen
en spiegelden zich aan hun daden.
Zij vereerden hun godenbeelden
en raakten verstrikt in hun netten.
Zij brachten hun zonen en dochters
ten offer aan de demonen.
Zij werden onrein door hun daden,
overspelig was hun gedrag.
Toen ontstak de Heer in toorn,
Hij gruwde van zijn volk, zijn liefste bezit.
Vele malen kwam Hij hen bevrijden,
maar zij volhardden in opstandig gedrag.
Toch zag Hij naar hen om, telkens
als Hij hen hoorde klagen in hun nood.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 19,16-22.
Hij zeide hem: 'Waarom wilt ge van Mij weten wat goed is? Een slechts is er goed. Als gij het Leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.'
'Welke?' vroeg hij. Jezus antwoordde: 'De bekende: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen,
eer uw vader en uw moeder en gij zult uw naaste beminnen als uzelf.'
'Dat heb ik allemaal onderhouden', verklaarde de jongeman,'waar schiet ik nog tekort?'
Jezus sprak tot hem: 'Wilt ge volmaakt zijn, ga dan naar huis, verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen; daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten. En kom dan terug om Mij te volgen.'
Maar toen de jongeman deze raad hoorde, ging hij ontdaan heen, omdat hij vele goederen bezat.
Alles verlaten om alles te ontvangen
We hebben meer ontvangen dan we gegeven hebben ; wij laten kleine dingen achter en vinden enorme gaven. Christus geeft wat men voor Hem doet, honderdvoudig terug; “Zo u volmaakt wilt zijn, ga dan verkopen wat u bezit, geef het aan de armen, en u zult een schat in de hemel bezitten. Kom dan, en volg Mij”. “Zo u volmaakt wilt zijn” : de grote dingen worden altijd aan onze vrije keuze overgelaten. Zo heeft ook de apostel Paulus geen gebod van maagdelijkheid gegeven (1 Kor 7), want Jezus heeft gezegd: “Wie bij machte is, dat hij zich er aan houdt! Die gave komt voort uit de barmhartigheid van God” (cf Mat 19,12). “Zo u volmaakt wilt zijn”; men legt u het dus niet op, opdat door een vrijwillig offer de verdienste groter zal worden. En toch om tot volmaaktheid te komen is het niet eenvoudigweg genoeg om de rijkdommen te verachten en zijn bezit weg te geven, om zich te bevrijden van hetgeen men in één moment kan verliezen en verwerven. Dat hebben de filosofen gedaan; een christen moet meer dan hen doen.
Het is niet genoeg om aardse goederen achter te laten, men moet Christus volgen. Maar wat is dat 'Christus volgen'? Het is afzien van elke zonde en alle deugden aanhangen. Christus is de eeuwige Wijsheid, de schat die men in een veld vindt ( Mat 13,44), in het veld van de Heilige Schrift. Het is de kostbare parel waarvoor je er veel voor moet opofferen (Mat 13,46). Christus is de heiligheid, de heiligheid zonder welke we het gelaat van God niet zullen zien. Christus is onze verlossing, onze Verlosser; Hij is onze losprijs (1 Tim 2,6). Christus is alles: degene die dus zal accepteren om alles achter te laten voor Hem, zal alles in Hem terugvinden. Degene die kan zeggen: “Mijn deel van de erfenis is de Heer”( Ps 15,5).. Geef niet alleen uw geld, als u Jezus Christus wilt volgen. Geef uzelf aan Hem; doe zoals de Mensenzoon - die niet gekomen is om gediend te worden - maar om te dienen"( Mc 10,45).
H. Hiëronymus (347-420)
priester, vertaler van de Bijbel, Kerkleraar