Dagelijks Evangelie
"Heer, naar wie zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven."; Johannes 6,68
Donderdag in week 14 door het jaar
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 10,7-15.
Het Koninkrijk der hemelen is nabij.
Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft duivels uit.
Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven.
Tracht dus geen goud, zilver of koper te verwerven om er uw gordels mee te vullen.
Verschaft u ook geen reiszak voor onderweg, geen tweede onderkleed,
geen schoeisel of stok, want de arbeider is zijn onderhoud waard.
Als gij in een stad of in een dorp komt, onderzoekt dan wie waard is u te ontvangen,
en verblijft daar tot gij weer vertrekt.
Wanneer ge dat huis binnentreedt, brengt het uw vredegroet;
en wanneer het die waard is, moge uw vrede over dat huis komen,
maar wanneer het die niet waard is, dan kere uw vrede tot u terug.
Als men u ergens niet ontvangt en niet naar uw woorden luistert,
verlaat dan dat huis of die stad en schudt het stof van uw voeten.
Voorwaar, Ik zeg u: Op de oorlogsdag zal het voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor die stad.
" Als het huis waardig is, komt vrede over haar"
"Zeg tegen het huis dat u binnengaat eerst: 'Wees gegroet, vrede zij met u” (Lc. 10, 5), opdat de Heer zelf daar binnengaat en er woont, zoals Hij bij Maria deed (...). Deze groet is het mysterie van het geloof dat uitstraalt in de wereld; daardoor wordt de haat gesmoord, de oorlog gestopt, en erkennen de mensen elkaar. De uitwerking van deze begroeting werd verborgen door een sluier, ondanks de aankondiging van het mysterie van de verrijzenis (...) dat zich voordoet telkens wanneer het licht opgaat en de dageraad de nacht verdrijft. Vanaf het moment dat Christus zijn leerlingen voor het eerst uitzond, begonnen de mensen deze groet, de bron van genezing en zegen, te geven en te ontvangen. (...) Deze groet, met zijn verborgen kracht (...), is meer dan voldoende voor alle mensen. Daarom heeft Onze Heer het als een vooraankondiging met zijn leerlingen meegezonden, opdat het vrede zou brengen en, gedragen door de stem van de apostelen, zijn gezanten, de weg voor hen zou bereiden. Het werd gezaaid in ieder huis (...); het drong binnen bij allen die het hoorden, om de kinderen die het herkende te scheiden en apart te zetten. Het bleef in hen, maar klaagde hen aan die er vreemd mee waren, omdat zij het niet verwelkomden. Deze groet van vrede droogde niet op en vloeide van de apostelen naar hun broeders en zusters, en openbaarde de onuitputtelijke schatten van de Heer. (...) Aanwezig in hen die haar gaven en in hen die haar ontvingen, is deze verkondiging van vrede noch verminderd noch verdeeld. Over de Vader kondigde het aan, dat Hij nabij allen en in allen is; over de zending van de Zoon openbaarde het, dat Hij geheel en al bij allen is, ook al is zijn einde bij zijn Vader. Zij hield niet op te verkondigen dat de beelden nu vervuld zijn en dat de waarheid eindelijk de schaduwen verjaagt.
H. Efraïm (ca. 306-373)
diaken in Syrië, kerkleraar