Feria Advent: week voor kerst (23 december).
- H. Hartmann van Bressanone (gedachtenis)
- HH. Victoria en Anatolia van Rome (gedachtenis)
Heiligen van de dag
Uit de profeet Maleachi 3,1-4.23-24.
Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond
naar wie jullie verlangen. Komen zal hij – zegt de Heer van de hemelse machten.
Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer hij verschijnt?
Hij is als het vuur van een smid, als het loog van een wolwasser.
Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal hij zuiveren
en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offeren aan de Heer.
De offers van Juda en Jeruzalem zullen de Heer met vreugde vervullen,
zoals in vroeger jaren, zoals in de dagen van weleer.
Voordat de dag van de Heer aanbreekt, die groot is en ontzagwekkend, stuur ik jullie de profeet Elia,
en hij zal ervoor zorgen dat ouders zich verzoenen met hun kinderen
en kinderen zich verzoenen met hun ouders. Anders zou ik het land volledig moeten vernietigen.
Psalmen 25(24),4bc-5ab.8-9.10.14.
En maak mij uw paden bekend;
Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt.
Goed en rechtvaardig is de Heer,
Hij wijst zondaars de weg,
Wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor,
Hij leert hun zijn paden te gaan.
Liefde en trouw zijn de weg van de Heer
voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.
De Heer is een vriend van wie hem vrezen,
hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 1,57-66.
Toen de buren en de familie hoorden, hoe groot de barmhartigheid was die de Heer aan haar had betoond, deelden zij in haar vreugde.
Op de achtste dag kwam men het kind besnijden en ze wilden het naar zijn vader Zacharias noemen.
Maar zijn moeder zei daarop: 'Neen, het moet Johannes heten.'
Zij antwoordden haar: 'Maar er is in uw familie niemand die zo heet.'
Met gebaren vroegen zij toen aan zijn vader, hoe hij het wilde noemen.
Deze vroeg een schrijftafeltje en schreef er op: 'Johannes zal hij heten.' Ze stonden allen verbaasd.
Onmiddellijk daarop werd zijn mond geopend, zijn tong losgemaakt en verkondigde hij Gods lof.
Ontzag vervulde alle omwonenden en in heel het bergland van Judea werd al het gebeurde rondverteld.
Ieder die het hoorde, dacht er over na en vroeg zich af: 'Wat zal er worden van dit kind?' Want de hand des Heren was met hem.
"Uw vrouw zal u een zoon baren... U zult blij zijn en u verheugen; velen zullen zich verheugen over zijn geboorte" (Lc 1,13-14)
God had Johannes de Doper al voorbestemd om de vreugde van de mensen en de blijdschap van de hemel te verkondigen. Uit zijn mond hoorde de wereld de prachtige woorden die de aanwezigheid aankondigden van onze Verlosser, het Lam van God (Joh 1,29). Toen zijn ouders alle hoop op kinderen hadden verloren, zond de engel, de boodschapper van zo'n groot mysterie, hem om als getuige van de Heer te dienen, nog voordat hij geboren was (Lc.1, 41). (...) Hij vulde de schoot van zijn moeder met eeuwige vreugde toen zij hem in haar schoot droeg. (...) In het evangelie lezen we deze woorden van Elisabeth tot Maria: "Toen ik de woorden van uw groet hoorde, sprong het kind van vreugde in mij. Hoe gelukkig ben ik dat de moeder van mijn Heer tot mij is gekomen" (Lc.1, 43-44) (...) Terwijl zij op haar oude dag treurde omdat zij haar man geen kind had geschonken, baarde zij plotseling een zoon die ook de boodschapper was van het eeuwige redding voor de hele wereld. En zo'n boodschapper dat hij al voor zijn geboorte het voorrecht van zijn toekomstige taak uitoefende toen hij zijn profetische geest door de woorden van zijn moeder uitstortte. Toen opende hij, door de kracht van de naam die de engel hem tevoren had gegeven, de mond van zijn vader, die door ongeloof gesloten was (Lc.1,13,20). Toen Zacharias stom werd, was dat niet om stom te blijven, maar om op goddelijke wijze het spraakvermogen terug te krijgen en door een teken uit de hemel te bevestigen dat zijn zoon een profeet was. Nu zegt het Evangelie van Johannes: "Deze man was niet het Licht, maar hij was er om ervan te getuigen, opdat allen door hem zouden geloven" (Joh.1,7-8). Hij was niet het Licht, maar hij was volledig in het licht, degene die het verdiende om te getuigen van het ware Licht.
H. Maximilianus van Turijn (?-ca. 420)
bisschop