Feria Advent: week voor kerst (23 december).

Het Evangelie van de dag

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 1,57-66.

In die tijd brak voor Elisabet het ogenblik aan, dat zij moeder werd; zij schonk het leven aan een zoon.
Toen de buren en de familie hoorden, hoe groot de barmhartigheid was die de Heer aan haar had betoond, deelden zij in haar vreugde.
Op de achtste dag kwam men het kind besnijden en ze wilden het naar zijn vader Zacharias noemen.
Maar zijn moeder zei daarop: 'Neen, het moet Johannes heten.'
Zij antwoord­den haar: 'Maar er is in uw familie niemand die zo heet.'
Met gebaren vroegen zij toen aan zijn vader, hoe hij het wilde noemen.
Deze vroeg een schrijftafeltje en schreef er op: 'Johannes zal hij heten.' Ze stonden allen verbaasd.
Onmiddellijk daarop werd zijn mond geopend, zijn tong losgemaakt en verkondigde hij Gods lof.
Ontzag vervulde alle omwonenden en in heel het bergland van Judea werd al het gebeurde rondverteld.
Ieder die het hoorde, dacht er over na en vroeg zich af: 'Wat zal er worden van dit kind?' Want de hand des Heren was met hem.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen

H. Maximilianus van Turijn (?-ca. 420)

bisschop

Sermon 57, over de geboorte van Johannes de Doper, 1 ; PL 57, 647 (vertaald uit het Frans door evangelizo.org)

"Uw vrouw zal u een zoon baren... U zult blij zijn en u verheugen; velen zullen zich verheugen over zijn geboorte" (Lc 1,13-14)

            God had Johannes de Doper al voorbestemd om de vreugde van de mensen en de blijdschap van de hemel te verkondigen. Uit zijn mond hoorde de wereld de prachtige woorden die de aanwezigheid aankondigden van onze Verlosser, het Lam van God (Joh 1,29). Toen zijn ouders alle hoop op kinderen hadden verloren, zond de engel, de boodschapper van zo'n groot mysterie, hem om als getuige van de Heer te dienen, nog voordat hij geboren was (Lc.1, 41). (...)             Hij vulde de schoot van zijn moeder met eeuwige vreugde toen zij hem in haar schoot droeg. (...) In het evangelie lezen we deze woorden van Elisabeth tot Maria: "Toen ik de woorden van uw groet hoorde, sprong het kind van vreugde in mij. Hoe gelukkig ben ik dat de moeder van mijn Heer tot mij is gekomen" (Lc.1, 43-44) (...) Terwijl zij op haar oude dag treurde omdat zij haar man geen kind had geschonken, baarde zij plotseling een zoon die ook de boodschapper was van het eeuwige redding voor de hele wereld. En zo'n boodschapper dat hij al voor zijn geboorte het voorrecht van zijn toekomstige taak uitoefende toen hij zijn profetische geest door de woorden van zijn moeder uitstortte.             Toen opende hij, door de kracht van de naam die de engel hem tevoren had gegeven, de mond van zijn vader, die door ongeloof gesloten was (Lc.1,13,20). Toen Zacharias stom werd, was dat niet om stom te blijven, maar om op goddelijke wijze het spraakvermogen terug te krijgen en door een teken uit de hemel te bevestigen dat zijn zoon een profeet was. Nu zegt het Evangelie van Johannes: "Deze man was niet het Licht, maar hij was er om ervan te getuigen, opdat allen door hem zouden geloven" (Joh.1,7-8). Hij was niet het Licht, maar hij was volledig in het licht, degene die het verdiende om te getuigen van het ware Licht.

Ontvang de Dagelijkse Evangelie kosteloos