H. Gregorius de Grote (ca. 540-604)

paus en kerkleraar

Boek XII, SC 212 (vertaling uit het Frans door Evangelizo)

"De boom houdt hoop" (Job 14:7)

            "De boom houdt hoop; als hij wordt omgehakt, zal hij weer groeien en zijn takken zullen bloeien. (Job 14:7-10). (...) In de Heilige Schrift symboliseert het hout soms het kruis, soms de mens, rechtvaardig of zelfs onrechtvaardig, en soms de geïncarneerde wijsheid van God.             Het is het kruis dat het hout aanduidt wanneer gezegd wordt: "Laten we hout in zijn brood stoppen". (Jer 11:19) Want hout in iemands brood stoppen is het hout van het kruis aan het lichaam van de Heer bevestigen. Het woord boom roept ook de rechtvaardige of onrechtvaardige mens op, wanneer de Heer door de mond van de profeet zegt: "Ik, de Heer, heb de hoge boom vernederd en de lage boom verhoogd", want deze woorden zijn in overeenstemming met de woorden van de Waarheid: "Wie verhoogd wordt, zal vernederd worden en wie vernederd wordt, zal verhoogd worden." (Lc 14,11) (...) En de boom stelt ook de vleesgeworden wijsheid van God voor, waarvan de Schrift zegt: "Het is een Boom des Levens voor wie haar aangrijpen" (Spr 3,18) en Jezus zegt zelf: "Als het groene hout zo behandeld wordt, wat zal er dan van het dorre hout worden?" (Lc 23,31) (...)             "De boom behoudt zijn hoop; als hij wordt omgehakt, zal hij weer uitgroeien" (Job 14:7). Wanneer de rechtvaardige in zijn passie wordt neergeslagen voor de waarheid, herwint hij het leven in de groene frisheid van het eeuwige leven. En wie in deze wereld zijn kracht vindt in het geloof, vindt zijn kracht daarboven in het zaligmakende visioen. "En zijn takken zullen welig tieren", want heel vaak vóór de passie van de rechtvaardige vermenigvuldigen de gelovigen zich in een golf van liefde voor het hemelse vaderland en kennen zij de groene frisheid van het geestelijk leven in hun vreugde waarmee ze Hem in deze wereld met zoveel zielskracht hebben zien werken tot eer van God.