Maandag in de eerste week van de Advent
- H. Johannes van Damascuspriester en kerkleraar (gedachtenis)
- H. Barbaramaagd (ca. 306)
Heiligen van de dag
Uit profeet Jesaja 2,1-5.
Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de Heer rotsvast zal staan,
verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen,
machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de Heer, naar de tempel van Jakobs God.
Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’
Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de Heer.
Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen.
Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.
Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de Heer.
Psalmen 122(121),1-2.3-4a.4b-5.6-7.8-9.
Wij trekken naar Gods huis!
En nu mag mijn voet, Jeruzalem
uw poorten binnentreden.
Jeruzalem, ommuurde stad,
zo dicht opeen gebouwd:
Daarheen trekken de stammen op,
de stammen van Gods volk.
Zij gaan naar Israëls gebruik
de Naam van God vereren.
Daar staan de zetels voor het recht,
de troon van Davids huis.
Jeruzalem, die u liefhebben, Wensen u vrede en heil;
Vrede zij binnen uw muren, Heil binnen uw burchten!
Terwille van mijn broeders en mijn makkers
wens ik u vrede toe;
Terwille van het huis van onze God
bid ik voor u om zegen.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 8,5-11.
kwam een honderdman naar Hem toe die zijn hulp inriep met de woorden:
'Heer, mijn knecht ligt verlamd in mijn huis en lijdt vreselijk pijn.'
Hij sprak tot hem: 'Ik zal hem komen genezen.'
Maar de honderdman antwoordde: 'Heer, ik ben het niet waard dat Gij onder mijn dak komt;
maar een enkel woord van U is voldoende om mij knecht te doen genezen.
Want al ben ik zelf een ondergeschikte, ik heb weer manschappen onder mij; en tot de een zeg ik:
ga, en hij gaat; en tot een ander: kom, en hij komt; en aan mijn knecht: doe dit, en hij doet het.'
Toen Jezus dit hoorde, stond Hij verwonderd en zei tot hen die Hem volgden:
'Voorwaar Ik zeg u: Bij niemand in Israël heb ik een zo groot geloof gevonden.
Ik zeg u, dat velen uit het oosten en het westen zullen komen en met Abraham en Isaak en Jakob zullen aanzitten in het Rijk der hemelen;
"Velen zullen komen van het oosten en het westen, en zullen aanzitten in het rijk der hemelen"
Het Koninkrijk der hemelen is zo groot als de afmeting van oneindige liefde; als dit Rijk alle personen "van elke taal, van alle volken, van alle stammen en alle naties" omvat, dan zal niemand zich daar benauwd voelen, omdat dit Koninkrijk zich daarentegen verder uitbreidt en de heerlijkheid van een ieder zal toenemen. Augustinus zegt: "Wanneer velen deelnemen aan dezelfde vreugde, dan is de vreugde van een ieder overvloedig, want allen steken elkaar aan". Deze uitbreiding van het Koninkrijk wordt uitgedrukt door deze woorden van het Evangelie: "Vraag, en Ik geef je volken in bezit" (Ps 2,8). "Er zullen velen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen". Noch de velen die het verlangen, noch velen die bestaan, noch de velen die het bezitten, noch de velen die nog komen, zullen de ruimte te krap maken in dat Koninkrijk en niemand zal tekort komen van wat dan ook. Maar waarom moet ik er vertrouwen in hebben of hopen dat ik het Koninkrijk van God zal bezitten? Omdat de ruimte van God mij uitnodigt: "Zoek eerst het Koninkrijk van God" (Mt 6,33). Door de waarheid die me troost: "Wees niet bang, kleine kudde, want het heeft jullie Vader behaagd je het koninkrijk te schenken" (Lc 12,32).Door de goedheid en de liefde die me hebben vrijgekocht: "Waardig bent U het boek te nemen en zijn zegels te verbreken; want U bent geslacht en U hebt hen gekocht voor God met uw bloed uit alle stammen en talen en volken en naties. U hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde" (Ap 5,9-10).
H. Bonaventura (1221-1274)
franciscaan, kerkleraar