ONBEVLEKTE ONTVANGENIS VAN DE HEILIGE MAAGD MARIA - Hoogfeest

Het Evangelie van de dag

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 1,26-38.

In die tijd werd de engel Gabriel van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak: 'Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u!'
Zij schrok van dat woord en vroeg zich af, wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar: 'Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, die gij de naam Jezus moet geven.
Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.'
Maria echter sprak tot de engel: 'Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?'
Hierop gaf de engel haar ten antwoord: 'De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoog­ste zal u overschadu­wen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet, dat zelfs Elisabet, uw bloedver­wante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.'
Nu zei Maria: 'Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.' En de engel ging van haar heen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen

H. Claudius van Colombière (1641-1682)

jezuïet

Geestelijk dagboek (vertaald uit het Frans door evangelizo.org)

"Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiedde naar uw woord" (Lc. 1, 38)

Op de dag van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd heb ik me voorgenomen me zozeer over te geven aan God, die altijd in mij is en in wie ik ben en leef, dat ik me helemaal geen zorgen hoef te maken over mijn gedrag, niet alleen uiterlijk, maar zelfs innerlijk, zachtjes rustend in zijn armen zonder bang te zijn voor verleiding, waan, voorspoed of tegenspoed, of mijn slechte neigingen of zelfs mijn fouten, in de hoop dat Hij alles zal sturen door zijn oneindige goedheid en wijsheid, zodat alles zal slagen tot zijn glorie; noch geliefd te willen zijn, noch door iemand gesteund te willen worden; in Hem zowel mijn vader als mijn moeder te willen hebben, mijn broers en zussen en mijn vrienden, en iedereen die enig gevoel van tederheid voor mij zou kunnen hebben. 

 Het lijkt mij dat men zich helemaal op zijn gemak voelt in zo'n veilig en zacht toevluchtsoord, en dat ik noch mensen, noch demonen, noch mezelf, noch het leven, noch de dood hoef te vrezen. Op voorwaarde dat God me daar toelaat, ben ik al te gelukkig. Het lijkt me dat ik hierin het geheim van tevreden leven heb gevonden, en dat voortaan alles wat ik vreesde in het spirituele leven me niet langer bang hoeft te maken.

Ontvang de Dagelijkse Evangelie kosteloos