Dagelijks Evangelie
"Heer, naar wie zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven."; Johannes 6,68
HH. PETRUS EN PAULUS, APOSTELEN - Hoogfeest
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 16,13-19.
'Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?'
Zij antwoordden: 'Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia,
weer anderen Jeremia of een van de profeten.'
'Maar gij', sprak Hij tot hen, 'wie zegt gij dat Ik ben?'
Simon Petrus antwoordde: 'Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.'
Jezus hernam: 'Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed
hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is.
Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen
en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde,
zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde,
zal ook in de hemel ontbonden zijn.'
Petrus en Paulus, schitterende zaden van het Goddelijke zaaien
"Kostbaar in de ogen van de Heer is de dood van zijn heiligen" (Ps 115:15). Een religie die gebaseerd is op het mysterie van het kruis van Christus kan door geen enkele vorm van geweld vernietigd worden. De Kerk wordt niet verzwakt door vervolging, maar erdoor versterkt. En de akker van de Heer wordt bedekt met een steeds rijkere oogst als het zaad, dat één voor één valt, opnieuw vermenigvuldigd wordt. Duizenden gezegende martelaren getuigen hoezeer het nageslacht van deze twee glorieuze zaden van het goddelijk zaaien, de apostelen Petrus en Paulus, zich heeft vermenigvuldigd. Als navolgers van elkaar in hun triomf, hebben ze onze stad Rome gevuld met een bonte menigte, waarvan de schittering ver en wijd schijnt; ze bekronen haar als een diadeem bezet met de pracht van ontelbare edelstenen. Wij verheugen ons, geliefde kinderen, in het vieren van de herinnering aan en het inroepen van de bescherming van al deze heiligen die God ons heeft gegeven als voorbeelden van geduld en als steun voor ons geloof. Maar we moeten ons nog meer verheugen over de grote glorie van deze twee apostelen die hun vaders waren. De genade van God heeft hen zo hoog verheven boven alle leden van de Kerk, dat ze in dit lichaam waarvan Christus het hoofd is, vergeleken kunnen worden met het licht van twee ogen. Als we denken aan hun verdiensten en deugden, die alles wat over hen gezegd kan worden te boven gaan, moeten we noch de een boven de ander verkiezen, noch hen van elkaar scheiden. Want dezelfde uitverkiezing heeft hen gelijk gemaakt, dezelfde taak heeft hen gelijk gemaakt, hetzelfde doel heeft hen verenigd. Zoals we hebben ervaren en zoals onze voorgangers hebben getuigd, geloven we en hopen we dat de gebeden van deze twee waardige beschermers voor ons de barmhartigheid van God zullen verkrijgen te midden van de beproevingen van dit leven; op deze manier zullen we, hoezeer we ook verpletterd worden door het gewicht van onze eigen zonden, opgetild worden door de verdiensten van deze apostelen.
H. Leo de Grote (? - ca 461)
paus en Kerkleraar