Woensdag in week 15 door het jaar
Uit profeet Jesaja 10,5-7.13-16.
Ik had hem ontboden tegen een goddeloos land, hem gezonden naar een volk dat mijn toorn opwekte, om er te plunderen en te roven, om het als straatvuil te vertrappen.
Hij echter bedoelde het anders, en had andere plannen in zijn hart: zijn hart was erop uit te verdelgen en talloze volken uit te roeien.
Assur zei: ''Door eigen kracht heb ik dat alles bewerkt, door eigen wijsheid, want verstandig ben ik. Grenzen van volken heb ik verlegd, rijkdommen weggesleept, en vorsten met geweld van hun troon gestoten.
Mijn hand nam de rijkdom van de volken in beslag alsof het een vogelnestje was en zoals men verlaten eieren vergaart, zo gaarde ik heel de aarde bijeen. Niet een verroerde een vleugel of opende zijn snavel om te piepen.'
Pocht een bijl soms tegen hem die ermee hakt, of verheft zich een zaag tegen hem die ze hanteert? Alsof een scepter diegene regeert die hem voert, of een stok hem die geen hout is, omhoog heft!
Daarom laat de Heer, de Heer van de legerscharen, zijn vet wegteren en de koorts in zijn ingewanden branden, als een gloeiend vuur.
Psalmen 94(93),5-6.7-8.9-10.14-15.
uw erfdeel wordt deerlijk mishandeld.
Vreemden en weduwen slaan zij neer,
wezen brengen zij om.
Zij zeggen: de Heer ziet het toch niet,
Hij merkt het niet eens, Jakobs God.
Gebruikt uw verstand, kortzichtige mensen,
gij dwazen, wanneer wordt ge wijs?
Zou Hij die ons oren gaf zelf niet horen,
zou Hij die het oog maakte zelf niet zien?
Die volken terecht wijst, zou Hij niet straffen,
zou Hij niets weten, die ons onderwijst?
Nooit zal de Heer zijn volk verstoten,
zijn erfdeel geeft Hij niet op.
Eens zullen de rechters rechtvaardig beslissen
en alle rechtvaardigen vallen het bij.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 11,25-27.
verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze heb geopenbaard aan kleinen.
Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand kent de Zoon tenzij de Vader,
en niemand kent de Vader tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.
"U hebt ze geopenbaard aan kleinen"
Dit is wat de Heer ons leert: niemand kan God kennen als God het ons niet leert; anders gezegd, wij kunnen God niet kennen zonder de hulp van God. Maar de Vader wil dat we Hem kennen. (...) De Zoon die de Vader dient, leidt alle dingen naar hun volmaaktheid vanaf het begin tot aan het einde, en zonder Hem kan niemand God kennen. Want de kennis van de Vader is de Zoon. (...) Daarom zegt de Heer: “Niemand kent de Vader behalve de Zoon en ieder aan wie de Zoon Hem heeft willen onthullen.” Het woord: “zal onthullen” wijst niet alleen op de toekomst, alsof het Woord pas begon met openbaren toen Hij uit Maria geboren werd; maar dat Woord had een algemene reikwijdte en omvat alle tijd. Vanaf het begin, openbaart de Zoon, die bij de schepping was en die Hij zelf heeft vormgegeven, de Vader aan allen die de Vader wil (cf Rm 1,20), en wanneer Hij het wil, en zoals Hij het wil. In alle dingen en door alle dingen is er slechts één God de Vader, één Woord, één heilige Geest en één heil voor allen die in Hem geloven. (...) De Zoon openbaart de Vader aan allen door wie de Vader gekend wil worden, naar het “welbehagen” van de Vader. (...) Daarom zegt de Heer tegen zijn leerlingen: "Ik ben de weg, en de waarheid en het leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader. Als jullie Mij hebben leren kennen, zul je ook mijn Vader leren kennen. Sterker, nu al kennen jullie Hem en heb je Hem gezien" (Joh 14,6-7).
H. Ireneus van Lyon (ca130-ca 208)
bisschop, theoloog en martelaar