Donderdag na Aswoensdag

Het Evangelie van de dag

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 9,22-25.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'De Mensenzoon,' zo sprak Hij, 'moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht, zal Hij op de derde dag verrijzen.'
Maar tot allen sprak Hij: 'Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, die zal het redden.
Wat voor nut het het voor een mens heel de wereld te winnen, als hij zichzelf hierdoor zijn ondergang en dood berokkent?
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen

H. Anastasius van Antiochië (?-599)

monnik en daarna patriarch van Antiochië

Homilie 4 over de Passie; PG 89, 1347 (vert. brevier)

De weg die Christus naar zijn heerlijkheid brengt

      Jezus zei tot zijn leerlingen: "Zie wij gaan op naar Jeruzalem en de Mensenzoon wordt overgeleverd aan de heidenen, de hogepriesters en schriftgeleerden en zij zullen Hem geselen, bespotten en kruisigen" (cf Mt 20,18). Zijn voorspelling stemde overeen met de voorzeggingen van de profeten die hadden aangekondigd dat Hij in Jeruzalem de dood zou ondergaan... Wij kunnen de reden aangeven waarom het Woord van God dat op zichzelf niet kan lijden, tot lijden gekomen is. Omdat de mens immers op geen andere manier gered kon worden, wist Christus het alleen zelf en degenen aan wie Hij het meedeelde. Hij wist immers alles wat toebehoort aan de Vader, zoals geschreven staat: "De Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen" (1Kor. 2,10).       Daarom moest Christus wel lijden; het lijden was onvermijdelijk, zoals Hij zelf bevestigd heeft, toen Hij zijn leerlingen, die niet erkenden dat Christus moest lijden om zo de heerlijkheid binnen te gaan, 'onverstandigen' noemde, die 'zo traag van  hart zijn' (Lc 24,25) Christus stierf dus om zijn volk te bevrijden, nadat Hij de heerlijkheid achtergelaten had die Hij bij de Vader bezat eer de wereld bestond (Joh 17,5). Het heil was echter het resultaat dat slechts door het lijden bereikt kon worden en dat toekomt aan Hem die ons het leven geschonken heeft, zoals Paulus leert met de woorden: "God, einde en oorsprong van alles, bracht ook de aanvoerder, die hen door lijden redt, tot de voleinding" (Heb 2,10).       In zekere zin blijkt dat de heerlijkheid van de eniggeboren Zoon, waarvan Hij voor korte tijd afstand heeft gedaan ter wille van ons, door het kruis aan Hem is teruggegeven in het vlees dat Hij had aangenomen. Johannes, de zoon van de donder, zegt het immers in zijn evangelie, als hij uitlegt wat voor water de Redder bedoelt: "Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Hiermee doelde Hij op de Geest die zij, die in Hem geloofden zouden ontvangen: want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was" (Joh 7,38-39). Met de verheerlijking bedoelt Johannes de dood op het kruis. Vandaar dat de Heer bij zijn smeekbede vóór zijn dood op het kruis tot de Vader bad, dat Hij "Hem zou verheerlijken door Hem die heerlijkheid te verlenen die Hij bij hem bezat eer de wereld bestond".

Ontvang de Dagelijkse Evangelie kosteloos