Maandag in week 4 door het jaar

Het Evangelie van de dag

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus 5,1-20.

In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen aan de overkant van het meer in het land van de Gerasenen.
Nauwelijks was Hij uit de boot gestapt, of daar liep Hem uit de grotspelonken een man tegemoet die in de macht was van een onreine geest.
Hij huisde in de graven en niemand was meer in staat hem zelfs met een ketting te boeien,
want al meermalen was hij in voet ‑ en handboeien geketend geweest, maar de handboeien had hij uit elkaar getrokken
en de voetboeien verbrijzeld. Niemand was dus bij machte hem te overweldi­gen.
Dag en nacht was hij onafgebroken in de grafspe­lonken en in de bergen aan het schreeuwen en beukte zichzelf met stenen.
Toen hij in de verte Jezus zag, snelde hij op Hem toe en viel Hem te voet.
Luid schreeuwend riep hij: 'Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus,
Zoon van God, de Allerhoogste! Ik bezweer U bij God, kwel mij niet!
Want Hij had hem gezegd: 'Onreine geest, ga weg uit die man.'
Daarop vroeg Hij hem: 'Wat is uw naam?' Hij antwoordde: 'Mijn naam is Legioen, want wij zijn met velen.'
En hij smeekte Hem met aandrang, dat Hij hem niet uit de streek zou wegjagen.
Nu was men daar tegen de berghelling een grote kudde zwijnen aan het hoeden.
Zij smeekten Hem: 'Stuur ons in die zwijnen en laat ons daarin gaan.'
Hij stond het hun toe. De onreine geesten gingen uit de bezetene, voeren in de zwijnen
en de troep stortte zich van de steile oever in het meer, ongeveer tweeduizend en ze verdronken.
De zwijnhoeders namen de vlucht en vertelden het in de stad en op het land.
Daarop kwamen de mensen kijken wat er gebeurd was.
Zij kwamen naar Jezus toe en zagen de bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand,
dezelfde die in de macht van Legioen geweest was; en ze werden door vrees bevangen.
Die het gezien hadden, verhaal­den hun hoe het gegaan was met de bezetene, en vertelden ook over de zwijnen.
Daarop begonnen zij bij Hem aan te dringen hun streek te verla­ten.
Maar toen Hij in de boot stapte, verzocht de man die bezeten geweest was bij Hem te mogen blijven.
Jezus stond dit echter niet toe, maar zei hem: 'Ga naar huis, naar de uwen
en vertel hun alles wat de Heer aan u gedaan heeft en hoe Hij u barmhar­tig­heid heeft bewezen.'
De man ging heen en begon in Dekapolis alles te verkondigen
wat Jezus aan hem gedaan had; en allen stonden verbaasd.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen

H. Charles de Foucauld (1858-1916)

kluizenaar en missionaris in de Sahara

Over het Evangelie (vertaald uit het Frans door evangelizo.org)

Daar zijn waar Jezus wil dat we zijn

            Wanneer wij verlangen Jezus te volgen, moeten wij ons niet verbazen als Hij ons dat niet onmiddellijk toestaat, of zelfs als Hij ons dat nooit toestaat: en dit, hoe legitiem en in overeenstemming met Zijn eigen raadgevingen, hoe aangenaam voor Zijn Hart, en hoe door Hem geïnspireerd dit verlangen ook mag zijn. In feite gaat Zijn inzicht verder dan de onze; Hij wil niet alleen ons welzijn, maar dat van allen: door Hem stap voor stap te volgen, zouden we misschien alleen ons eigen welzijn of dat van enkelen verkrijgen; door te gaan waarheen Hij ons stuurt en Zijn wil te doen, en door alleen in de ziel met Hem verenigd te zijn, zonder de troost te hebben Hem zo van nabij te volgen in ons uiterlijke leven, verkrijgen we misschien het welzijn van velen. Hij verkiest het algemeen goede boven het particuliere goede; te meer omdat het particuliere goede door dit middel niet alleen even goed, maar beter zal worden voortgebracht dan door Hem te volgen. Want dit particuliere goede komt alleen voort uit Zijn genade, en het hangt van Hem af dat Hij tweemaal zoveel genade geeft, en tweemaal zo heilig maakt in dit leven en in het volgende, zoals bij de Geraseen die ver van Hem predikt als dezelfde Geraseen die Hem volgt en Zijn leven deelt... (...)             Bovendien hoeven we niet te geloven dat hij voor altijd weigert om Hem te volgen... Misschien staat Jezus toe dat de Geraseen zich enkele maanden of jaren later bij de apostelen voegt... Laten we altijd hopen, voor zover mogelijk, het meest volmaakte leven te leiden, en laten we voorlopig volmaakt het leven leiden dat Jezus voor ons maakt, het leven waarin Hij ons wil hebben, laten we daarin leven zoals Hij er zelf in zou leven, als de wil van zijn Vader Hem daar plaatst; laten we daarin alle dingen doen zoals Hij ze zou doen, als zijn Vader Hem daar plaatst, en zoals Hij ons daar plaatst. De ware volmaaktheid is overigens de wil van God doen...

Ontvang de Dagelijkse Evangelie kosteloos