Vrijdag in week 7 door het jaar

Het Evangelie van de dag

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus 10,1-12.

In die tijd vertrok Jezus en ging naar het gebied van Judea en het Overjor­daanse.
Ook daar kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe en als naar gewoonte onder­richtte Hij hen.
Er kwamen ook Farizeeën die Hem vroegen: 'Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?' Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen.
Hij ant­woordde hun met een wedervraag: 'Wat heeft Mozes u voorgeschreven?'
Zij zeiden: 'Mozes heeft toegestaan een scheidings­brief op te stellen en haar weg te zenden.'
Doch Jezus ant­woordde hun: 'Om de hardheid van uw hart
heeft hij die bepaling voor u neerge­schreven.
Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt.
Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten
om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden.
Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn.
Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.'
Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover.
Hij sprak tot hen: 'Wie zijn vrouw wegzendt en een ander huwt,
maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk.
En wanneer zij haar man wegzendt en een ander huwt, begaat zij echtbreuk.'
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen

H. Johannes-Paulus II (1920-2005)

paus

Homilie voor de opening van de Synode over de famillie, 26/09/1980, §5

"Deze twee zullen één worden""

      Toen Christus, vlak voor zijn dood, op de drempel van het Paasmysterie, bad met deze woorden: “Vader, bewaar hen door Uw naam, de naam die U ook aan mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij één zijn” (Joh 17,11), vroeg Hij ook op een of andere manier, misschien op een aparte manier, de eenheid van de gehuwden en de families. Hij bad voor de eenheid van zijn leerlingen, voor de eenheid van de Kerk; welnu het mysterie van de Kerk is door Paulus vergeleken met het huwelijk (Ef 5,32).       Zo geeft de Kerk niet alleen aan het gezin een speciaal deel van haar zorg, maar ook beschouwt ze het sacrament van het huwelijk, op een bepaalde manier, als haar voorbeeld. In de liefde van Christus haar Bruidegom, die ons heeft liefgehad tot aan de dood, ziet de Kerk de echtgenoten en echtgenotes, die beloofd hebben om elkaar lief te hebben tot aan de dood. En ze ziet dat het een bijzondere plicht is voor haar om deze liefde te beschermen, zo ook deze trouw en deze eerlijkheid, evenals alle goedheid die er uit voortkomt voor de menselijke persoon en voor de maatschappij. Het is eigen aan het gezin dat haar leven aan de maatschappij geeft; in het gezin vormt zich door de opvoeding de menselijke structuur van elke mens in deze wereld.       In het Evangelie spreekt de Zoon zo tegen zijn Vader: “Ik heb de woorden die Ik van U ontvangen heb aan hen doorgegeven, zij hebben ze aanvaard ... en ze geloven dat U Mij hebt gezonden... . Alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij” (v.8-10). De echo van dit gesprek weerklinkt in het hart van de mensen van alle generaties. Deze woorden vormen het weefsel van het leven en de geschiedenis van elk gezin, en voorbij het gezin, van elke mens... “Ik bid voor hen. ... voor de mensen die U Mij hebt gegeven, omdat zij van U zijn ” (v. 9).    

Ontvang de Dagelijkse Evangelie kosteloos